Job Cohen: “Mijn bezoek aan Pampus, aan Namen en Nummers, tijdelijk monument voor een oneindig verlies, was even indrukwekkend als verbijsterend… Al die individuele namen van al die mensen, neergelegd op de plek in de straat waar ze woonden en leefden, en van waar uit ze zijn weggevoerd om nooit meer terug te komen… gruwelijk…”
Het Stratenmonument met 2800 naambordjes van joodse slachtoffers is zonder publiek uitgelegd op het forteiland Pampus. Job Cohen plaatste het laatste naambordje. Na acht jaar is het voltooid. Zeven jaar lang doorliepen honderden deelnemers op het Kastanjeplein in Amsterdam Oost een ritueel waarin elke deelnemer zich ontfermde over één joods slachtoffer uit de Oosterparkbuurt. Ze kozen een naam en maakten een naambordje voor het slachtoffer. Vervolgens brachten ze die symbolisch terug naar huis door het naambordje op het juiste adres in een grote plattegrond van de Oosterparkbuurt te plaatsen. Vanwege de corona-crisis hebben 200 buurtbewoners de laatste 200 naambordjes thuis gemaakt.
Het Stratenmonument vormt de kern van het 4 mei herdenkingsproject Namen en Nummers, een initiatief van kunstenaar Ida van der Lee. Zij wilde ondanks de corona-crisis tóch het Stratenmonument uitleggen en dat kon op 29 april op het ‘quarantaine’ eiland Pampus. Job Cohen, voorzitter van het Amsterdams 4 en 5 mei comité en een tiental vrijwilligers, rinkelden elk het belletje en noemde de naam van het slachtoffer. Ze zeiden daarbij: ‘ik breng je terug naar huis’. Margareth Iping zong het Kaddisj, een joods gebed voor de doden. Er volgden twee intense minuten stilte.
Bekijk hieronder een filmpje. Meer informatie op www.namenennummers.eu