Twee vestingsteden die tijdens de Opstand beide een andere kant kozen: Heusden steunde de prins van Oranje, het katholieke ’s-Hertogenbosch bleef lange tijd trouw aan de Spaanse koning. Inmiddels zijn de vestingwerken rond beide steden prachtig gerestaureerd. Daartussen tekenen inundatiegebieden, schansen en zigzaggende linies nog altijd het landschap.
Fietsen langs de Zuiderwaterlinie
In 1568 kwamen de Nederlandse gewesten in opstand tegen de landsheer, de Spaanse koning Filips II. Al snel werd duidelijk dat stadsmuren niet genoeg waren om de Spanjaarden tegen te houden. Dus werd er een nieuw verdedigingsmiddel ingezet: water! Door het inunderen – onder water zetten – van een strook land kon een leger niet verder oprukken. In 1648 vertrokken de Spanjaarden, maar de dreiging uit het zuiden bleef. Daarom ontwierp Menno van Coehoorn in de 17e eeuw een ingenieuze keten van waterlinies. Het Brabantse deel noemen we nu de Zuiderwaterlinie.