Sluis, Oostburg, Aardenburg
Met een paar biertjes teveel op kun je toch een volksheld worden. Dat overkwam Jantje van Sluis. Nadat prins Maurits Sluis had veroverd van de Spanjaarden, probeerden ze de stad in 1606 terug te krijgen. De Spanjaarden stelden als afleidingsmanoeuvre een leger ten zuiden van de stad op, maar de echte aanval zou komen op de Oostpoort, wanneer de klok zou slaan. Jantje van Sluis was die dag naar de kermis geweest en had een slokje teveel op. Daarom liet hij zijn zoon en neef de klok opwinden. In hun onervarenheid draaiden ze het mechanisme te strak op waardoor de klok niet sloeg. De Spanjaarden dachten aan verraad en durfden daarom de stad niet in te nemen. Jantje van Sluis werd zo de held van Sluis. Zijn standbeeld is te vinden in het Belfort van Sluis, waar hij ieder kwartier de klok slaat.
Oostburg is goed te herkennen: vrijwel overal kun je de 55 meter hoge watertoren zien. De witte toren is door kunstenaar Johnny Beerens voorzien van enorme waterdruppels die net echt lijken. De toren bevat overigens geen water meer, tegenwoordig doet hij dienst als woning. De Spanjaarden probeerden ook Aardenburg met een list in te nemen: vermomd als boeren wilden ze met karren vol granaten de poorten opblazen. Door gevangenneming van een vermomde boer kwamen de Aardenburgers achter de list en schoten ze met kanonnen op de karren. In Aardenburg zijn nog delen van de stadswallen te vinden.