De Oude Hollandse Waterlinie ontstond in de Gouden Eeuw (1600-1700). Een laag water van bij circa 40 bij 50 cm zou het land voor soldaten onbegaanbaar en voor schepen onbevaarbaar maken. Deze linie liep van Noord-Brabant tot aan de voormalige Zuiderzee bij Muiden. Op de doorgangen – zoals dijken en wegen – lagen vestingsteden en kleinere posten.
In december 1672 probeerden de Franse generaal Luxembourg vanuit de bezette vestingstad Woerden een doorbraak door de bevroren Waterlinie te forceren, door via Zegeveld langs de Meije richting Alphen te trekken. Maar door invallende dooi mislukte dit; op de terugweg staken de Fransten Zwammerdam en Bodegraven in brand. De Rampjaarroute volgt het spoor van de Franse troepen.