Het was Willem van Oranje zelf die opdracht gaf om van twee polderdorpen een onneembare vestingstad te maken: Willemstad en Klundert. Kwam de vijand toch te dichtbij? Dan werd het omliggende gebied onder water gezet. Later zorgde een ring van forten voor extra bescherming. En het mooie is: veel van deze vestingwerken liggen er nog altijd ongeschonden bij.
Fietsen langs de Zuiderwaterlinie
In 1568 kwamen de Nederlandse gewesten in opstand tegen de landsheer, de Spaanse koning Filips II. Al snel werd duidelijk dat stadsmuren niet genoeg waren om de Spanjaarden tegen te houden. Dus werd er een nieuw verdedigingsmiddel ingezet: water! Door het inunderen – onder water zetten – van een strook land kon een leger niet verder oprukken. In 1648 vertrokken de Spanjaarden, maar de dreiging uit het zuiden bleef. Daarom ontwierp Menno van Coehoorn in de 17e eeuw een ingenieuze keten van waterlinies. Het Brabantse deel noemen we nu de Zuiderwaterlinie.
Deze fietsroute gaat o.a. langs de vesting Willemstad, Fort Bovensluis, vesting Klundert, Fort Barlake, Fort De Hel, Fort Sabina en Fort Prins Frederik.