Bij opgravingen in de Merwedekanaalzone in Utrecht hebben archeologen bewijs gevonden van een enorme overstroming die kort na het jaar 100 flinke schade heeft toegebracht aan de infrastructuur van Romeins Nederland. Bij de ramp is een brug weggeslagen, waarna een 10 meter diep kolkgat achterbleef. Het onderzoek in de Merwedekanaalzone heeft al talrijke nieuwe inzichten opgeleverd over de ontwikkeling van de Romeinse grens (limes) in Nederland.
Watersnood en deltaplan
De brug is rond het begin van de tweede eeuw bezweken bij een grote overstroming, waarbij een 10 meter diep kolkgat is ontstaan. In het jaar 125 volgde een grote herstelcampagne. Rond het kolkgat werd een 140 meter lange wegomleiding aangelegd, met een zware beschoeiing van eikenhout. Ook elders in de Rijndelta werd de infrastructuur toen hoogwaardig herbouwd. “Dit ‘deltaplan’ lijkt te zijn uitgevoerd op last van keizer Hadrianus, die enkele jaren daarvoor tijdens een inspectiereis dit gebied had bezocht.” Aldus gemeentelijk archeoloog Erik Graafstal.
Honderden houten palen
Bij het onderzoek zijn vele honderden houten heipalen geborgen. Naast enkele brugpijlers gaat het om beschoeiingspalen van bruggenhoofden, duikers en de zijkanten van de weg. De uitzonderlijk goed bewaarde houtresten bevatten een schat aan informatie over herkomst, logistiek en bouwgeschiedenis. Zo blijkt het eikenhout voor het ‘deltaplan’ van 125 afkomstig uit de noordelijke Ardennen. De verwachting is dat jaarringonderzoek nog veel nieuwe gegevens gaat opleveren over de ontwikkeling van de limes. Vrijwillige archeologen helpen mee met het schoonmaken van de enorme hoeveelheid hout.
Romeinse Rijkswaterstaat
De opgravingen richten zich op de ‘A1 van Romeins Nederland’, de militaire verbindingsroute die alle forten en wachtposten langs de limes met elkaar verbond. In december vorig jaar werd de aftakking richting het Domplein hier al ontdekt. De grens van het Romeinse rijk werd hier gevormd voor de Rijn, die toen door Utrecht stroomde. De Romeinen hebben hun leergeld moeten betalen in deze dynamische rivierdelta, maar uiteindelijk kwamen zij tot slimme vormen van watermanagement. Zo vonden de archeologen in de Merwedekanaalzone diverse soorten duikers, waardoor overstromingswater kon afvloeien naar het achterland, onder de weg door. Erik Graafstal: “Maar het meest bijzonder is een mogelijk 35 meter lange ‘moerasbrug’. Hiermee kruiste de limesweg een natuurlijke laagte, die gevoelig was voor overstroming. Al deze werken werden gebouwd door het Romeinse leger.”
Rachel Streefland, wethouder Erfgoed: “Dankzij archeologie leren we over Utrecht en haar omgeving in vroegere tijden. Deze bijzondere ontdekking laat maar weer eens zien hoe belangrijk archeologisch onderzoek is. Wat we met archeologisch onderzoek leren kan vervolgens worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de stad, wat zorgt voor een sterkere binding van inwoners met Utrecht. Zo verbindt erfgoed het verleden met het heden.”
Een gapend gat
Na de ramp rond de brug bleef een diepe waterplas over met een doorsnee van 45 meter. Passanten hebben in de Romeinse tijd af en toe offers gebracht bij het spookachtige kolkgat, waaronder een unieke zilveren halsketting. Het heeft vele eeuwen geduurd voordat het gat opgevuld raakte met veen en klei. Deze slappe opvulling heeft tot in de vorige eeuw tot verzakkingen geleid. Het grootste deel van het kolkgat, met alles wat daar nog in kan zitten, blijft bewaard in de bodem, als een schat voor latere generaties. Ook een stuk van de wegomleiding uit het jaar 125 blijft bewaard onder de grond.
Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de ontwikkelende partijen Greystar, G&S&/Boelens de Gruyter en Portaal.