De 430ste verjaardag van de vesting Oudeschans is gevierd met oranje bloemen. En met de vreugde over een ontdekte kademuur.
Die bloemen, gerbera’s, werden huis aan huis uitgedeeld door Wilma Fonteijn en Renske Lambeck, bestuurders van de Stichting Vesting Oudeschans. Die beheert het museum in het dorpje en waakt over de belangen van de vesting.
,,We hebben 102 gerbera’s aangeschaft, een voor elke bewoner’’, vertelde Lambeck, kort voor ze aan hun ronde langs de huizen begonnen. ,,En op 52 ervan, er zijn 52 huizen, hangt een kaartje waarop staat wat er op 19 april 1593 is gebeurd. Het is voor het eerst dat we zo’n verjaardagscadeau geven. We willen zo de Oudeschanskers nog maar eens duidelijk maken op wat voor bijzondere plek ze wonen.’’
Een van de gerbera’s was voor archeoloog Ko Lenting. Die gaf het dorp vorige week al een vervroegd verjaardagscadeau door de ontdekking van een kademuur die in de oertijd van Oudeschans werd gebouwd. ,,Ze waren hier bezig met de aanleg van glasvezel en ik was daar als archeoloog bij betrokken. Ik hield de graafwerkzaamheden in de gaten.’’
En bij die werkzaamheden kwam een deel van die kademuur bloot te liggen. ,,Vlakbij de vestingkerk. Ik wist dat hier ooit de haven lag maar resten van de daarbij horende kademuur had ik nog nooit gevonden. Nu dus wel. En dat vlak voor de 430ste verjaardag. Hartstikke mooi.’’
Een haven? Een kademuur? Oudeschans ligt toch op het land, met weliswaar de Westerwoldse Aa in de buurt maar een zee is in geen velden of wegen te bekennen. Dat is nu het geval maar in 1593 was dat niet zo. ,,Toen lag deze plek nog aan de Dollard, die was toen nog veel groter’’, weet Lenting. ,,Er lag hier een zeesluis, oftewel een zijl. Verder was hier niets. De Tachtigjarige Oorlog woedde, Groningen was Spaans.’’
Willem Lodewijk van Nassau, neef van Willem van Oranje, had zijn oog op die zeesluis laten vallen. Hij voer met schepen, met daarop een soort prefab-barakken en soldaten, vanuit Friesland over de Waddenzee en de Dollard. ,,En op 19 april 1593 zette hij hier voet aan wal en begon de aanleg van de schans of vesting’’, zegt Lenting. ,,Willem Lodewijk had ingeschat dat dit een strategisch belangrijke plek was. De aanleg verliep vlotjes. Na enkele dagen kregen in Winschoten gelegerde Spaanse soldaten in de gaten dat zich bij die sluis iets afspeelde. Ze trokken er naar toe maar het was te laat. De vesting was al te sterk, ze konden die niet meer innemen.’’
Zo werd Oudeschans dus geboren. Of Bellingwolderschans beter gezegd want zo heette de vesting aanvankelijk. ,,Er verbleven soldaten, later ook vrouwen en kinderen en middenstanders. Er werd na enkele decennia een kerk gebouwd en er lag dus een haven, met die kademuur. De soldaten trokken geregeld landinwaarts, om Spanjaarden aan te vallen. Die Spanjaarden slaagden er van hun kant nooit in om Oudeschans te veroveren.’’
Oudeschans verloor iets van zijn belang toen in 1628 nog een vesting werd aangelegd, het huidige Bad Nieuweschans. ,,Oudeschans bleef wel een garnizoensplaats’’, vertelt Lenting. ,,In 1659 werd de haven gedempt. Later in die eeuw, in het rampjaar 1672, werd de vesting voor de eerste en enige keer ingenomen, door troepen van Bommen Berend.’’
In 1814 en 1815, toen het kersverse koninkrijk der Nederlanden in rustig vaarwater lag, werd de vesting ontmanteld en Oudeschans een ‘gewoon’ dorp. Een dorp dat er zo’n halve eeuw geleden verpauperd bij lag en dreigde te verdwijnen. Het werd echter gerenoveerd en fiks opgeknapt. ,,Niet gereconstrueerd zoals Bourtange’’, aldus Lenting. ,,In die tijd ben ik hier als archeoloog aan de slag gegaan en heb ik met collega’s veel voorwerpen uit de beginperiode uit de bodem gehaald. Spullen die nu deels in het Vestingmuseum liggen.’’
Lenting werd zo verliefd op Oudeschans dat hij zich er met zijn vrouw vestigde en er nog altijd woont. Niet zo ver van de plek waar vorige week de kademuur ‘opdook’. ,,Dat restant zit inmiddels weer onder de grond, de bodem is weer dicht gegraven. Maar we weten nu dat hij daar ligt.’’