Sta hier even stil. Hij zegt het letterlijk zo. En ja, als televisiepresentator Arnout Hauben dat met zijn zachte Vlaamse tongval beveelt, ‘dan doede da, hè’. Da’s trouwens helemaal geen straf. Met zijn podwalk Dwars door Terneuzen verrast Hauben niet alleen toeristen, maar ook geboren en getogen Terneuzenaren. Zoals PZC-verslaggever Raymond de Frel.
Voordat ik aan de 4,1 kilometer lange route begin, eerst even wat uitleg voor wie niet zo bekend is met ‘podwalks’ en wie Arnout Hauben niet kent. Een podwalk is een wandeling onder begeleiding van een app op jouw telefoon. De app leidt je langs de route en geeft je informatie over van alles dat je tegenkomt.
Arnout Hauben doet dat in de stijl waarmee hij en zijn team een Gouden Televizierring wonnen voor hun wandelprogramma Dwars door de Lage Landen. Hauben heeft nu zijn stem aan meerdere routes gegeven door onder meer Mol, Beersel, Sint-Michielsgestel, Knokke-Heist (’t Zwin) en Aalter. En sinds vorige week gidst hij je op verzoek van de gemeente dus op een door jou gekozen moment ook door de binnenstad van Terneuzen.
Ik download de app VRT Podwalks, een minuutje later kan ik al van start. Gids Hauben wijst me naar het startpunt, bij de twee spraakmakende neuzen op het Stadhuisplein. Hij noemt het een kunstwerk, al zijn er ook aardig wat inwoners die daar anders over denken. Maar allez, smaken verschillen. Fotogeniek zijn de letters T E R en de twee neuzen in elk geval, dus alleen daarom al is het een mooi vertrekpunt.
Potvissen
En dat niet alleen; over het Stadhuisplein valt best wat te vertellen. Ik zal niet alles prijsgeven, het moet immers voor jou ook leuk blijven om de route eens te wandelen. Maar een klein tipje van de sluier, dat kan best, toch? Hauben vertelt over de twee betonnen bulten bij de ingang van de parkeergarage. Dat zijn niet zomaar bulten: het is een hommage aan twee potvissen, die in 1937 in Terneuzen aanspoelden.
Je zou de podwalk Dwars door Terneuzen misschien een beetje kunnen vergelijken met een rondvaart door de Amsterdamse grachten. Daar klikt bij elke bezienswaardigheid een bandje aan, dat je in tal van talen informatie aanreikt. Hauben houdt het bij Nederlands, of zo u wilt Vlaams. Daarbij valt wel op dat er een constant bijgeluid door je oortjes komt, die toch vooral te kwalificeren is als ‘ruis’. Tip voor als je ook eens gaat wandelen: schakel het geluid op je telefoon een tandje bij en laat je oortjes thuis. De bijgeluiden hoor je niet meer en Hauben meldt zich met zijn duidelijke stem heus wel weer als hij wat te vertellen heeft.
Mozes Hoepelman
Dat doet hij onder meer als je langs de Westerschelde loopt; hij vertelt je waarom Terneuzen ‘Terneuzen’ heet en staat op het puntje van de ‘neuzenlandtong’ stil bij wat er allemaal bij komt kijken om jaarlijks 120.000 schepen over de vaarwegen te loodsen. Via het voormalige prostitutiebolwerk in de Dijkstraat en de struikelsteen ter nagedachtenis aan de vermoorde Mozes Hoepelman gaat de route naar hét pronkstuk van de stad: het sluizencomplex. En daar gaat het mis.
Hauben zwijgt. Laat de techniek hem en ons in de steek of is het iets anders? Ik weet het niet, maar het gebeurt wel op een cruciaal punt. De stippellijn op mijn telefoon leidt over de noordelijke brug van de oostsluis richting het oorlogsmonument en gaat daarna over de zuidelijke brug terug richting de binnenstad.
Maar helaas, de zuidelijke brug staat open. Ik neem bij het monument de informatie over de heldendaden van de medewerkers van Rijkswaterstaat tijdens de Tweede Wereldoorlog tot mij en zoek dan maar handmatig het geluidsfragment op dat net dienst weigerde. Dan blijkt Hauben toch bekend met de Terneuzense gebruiken: ‘Er is geen Terneuzenaar die voor een brug zal staan te wachten, behalve als het laatste schip de sluis uitvaart.’
Als de brug openstaat, wandel je daarom niet over de brug en bekijk je het oorlogsmonument maar van een afstandje, is het advies. Tenzij je niet op een halfuurtje meer kijkt natuurlijk. Ik loop door richting de Schependijk, waar Hauben misschien wel onbedoeld duidelijk maakt dat het haveninformatiecentrum Portaal van Vlaanderen op een veel te afgelegen plek ligt: aan de overkant van het water, onder appartementencomplex De Sluiswachter.
De route raakt het Portaal niet eens; we worden richting het verfraaide fietstunneltje gedirigeerd. En da’s toch eigenlijk best een beetje gek: de hele route draait direct en indirect om Terneuzen als portaal van Vlaanderen. Een prominentere rol voor het Portaal, waarin alles gaat over de band tussen Terneuzen en het water, is dan toch niet meer dan logisch?
‘Frank Koelen’
Bij het beeld van de Vliegende Hollander op de Axelsedam vertelt Hauben vervolgens kleurig over de avonturen van de Terneuzense spookschipkapitein Willem van der Decken. Via het schattige oud-Terneuzen tikken we heel even de Noordstraat aan, waar Hauben bij het standbeeld van Frank Koulen vertelt over ‘Frank Koelen’. Zonder Koelen en zijn befaamde jazztempel Porgy & Bess was de band tussen Terneuzen en jazzmuziek waarschijnlijk een stuk minder innig geweest.
‘Koelen’ is het enige schoonheidsfoutje in de podwalk. Het technische euvel bij de oostsluis buiten beschouwing gelaten, want dat kan ook pure pech zijn geweest. Via de Markt en het bruggetje bij het politiebureau ben ik na een uurtje weer terug bij af, een hoop weetjes over mijn eigen stad rijker.
Wat allemaal? Dat zeg ik lekker niet, ik wil u niet op voorhand al wijzer maken dan ik ben geworden. Maar zeker is dit: de podwalk Dwars door Terneuzen is niet alleen een aanrader voor toeristen, maar ook voor inwoners die zelden meer stilstaan bij hun eigen omgeving, simpelweg omdat alles in de loop der jaren ‘zo gewoon’ is geworden.
Bron d.d. Podwalk Arnout Hauben ‘Dwars door Terneuzen’ verrast toerist én inwoner | Deze verhalen mag je niet missen | pzc.nl