Elf kunstenaars laten op de tweede etage van het Gorcums Museum zien hoe het maakproces een verwerking vormt van oorlog, vlucht en vrijheid. Iedere kunstenaar levert op eigen wijze een strijd die aantoont dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Zo legde Dolf Henkes in en na de Tweede Wereldoorlog de verwoesting van Rotterdam vast. Armando verwerkte tijdens zijn leven de oorlogsherinneringen in zijn kunst. Het oeuvre van Ger Lataster kan gezien worden als een monument voor het leven, maar ook als waarschuwing tegen menselijke hoogmoed en zelfvernietiging.
Ook kunstenaars die de Tweede Wereldoorlog zelf niet hebben meegemaakt – Marlene Dumas, Raquel Maulwurf, Gery De Smet en Niek Verschoor – belichten oorlog en vrijheid in hun werk. Zij reflecteren met hun beeldende werk op ons verleden en de huidige stand van zaken in de wereld.
Tot slot presenteert het Gorcums Museum op de tweede etage enkele makers die hun vaderland ontvlucht zijn om in vrijheid te kunnen werken. De Chinese kunstenaar Ai Weiwei, de Saoedische Saeeda Saeed, de Iraanse Farhad Foroutanian en de Oekraïense Anna Kakhiani laten ons zien dat de vrijheid die wij ervaren niet overal beleefd wordt.
Voor het behoud van onze vrijheid is het belangrijk dat we op zoek gaan naar wat ons verbindt. Daarom brengen we op zolder een ode aan de diversiteit van de stad. Efrat Zehavi ging met verschillende Gorcumers in gesprek over het thema vrijheid en maakte al pratend hun portret in klei. Na de opening blijft Efrat de gesprekken voeren, het is een groeiend stadsportret. Bezoekers mogen aan de knusteltafel hun eigen vrijheid in een collage vormgeven.
