Forten zijn populair bij deze mysterieuze nachtvliegers. Maar wat weten we nu eigenlijk over de vleermuis? Lees meer in dit artikel.
Fort bij Rijnauwen in Bunnik, het grootste en groenste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, staat bekend als het natuurfort van Staatsbosbeheer. Het herbergt een grote en unieke biodiversiteit. Vleermuizen vormen één van de meer dan 15 soortgroepen op het fort. Sinds midden vorige eeuw vinden wintertellingen plaats. Eind januari 2025 telde de Zoogdiervereniging maar liefst 463 exemplaren van in totaal 8 soorten: water-, baard-, grootoor, dwergvleermuis en franjestaart. Zeldzaam voor het fort waren ruige dwerg-, meer- en vale vleermuis. De (aangeaarde en vorstvrije) gebouwen van het fort zijn jaarlijks gesloten voor het publiek van 1 oktober tot 1 april vanwege de winterrust van deze bijzondere zoogdieren. Het hele jaar kan je het fort bezoeken met een gids van Staatsbosbeheer, in september zijn er speciale ‘vleermuisexpedities’ om o.a. zelf vleermuizen te lokaliseren met een batdetector. Bekijk de openstelling op Fort Rijnauwen.
Verborgen bestaan
We horen ze niet, zien ze af en toe in de schemering, maar echt kennen doen we vleermuizen niet. Ze leiden een verborgen bestaan. Maar als je hun wereld binnenstapt, ontdek je wat een fascinerende dieren het zijn. Zo weten ze heel goed gebruik te maken van wat wij allemaal gebouwd hebben. Forten en vestingen zijn ‘landschappen’ waar vleermuizen alles vinden wat ze nodig hebben om te overleven: voedsel, rust en partners. ’s Winters zoeken ze donkere ruimtes van forten, bunkers en kelders op. De combinatie van een constante, lage temperatuur, vochtigheid en rust is precies wat de vleermuis nodig heeft om veilig te overwinteren. Verschillende soorten vleermuizen hebben hun eigen voorkeuren wat betreft vocht en temperatuur. De ene soort zit daarom op de derde verdieping, de andere kiest voor de kelder. Ze hangen aan de muur of het plafond, of ze kruipen weg in een kier of een scheur. Ze hangen op de kop, wat overigens geen kracht kost. In hun achterpoten hebben ze een soort kliksysteem, dat als het ware op slot gaat. Al hangend zakt de lichaamstemperatuur, terwijl hartslag en ademhaling vertragen. Het leven gaat op de spaarbrander. Zo kunnen ze maandenlang overleven zonder te eten.
Jagen tussen de bomen
In de andere seizoenen zoeken vleermuizen juist warmere plekken op. In het voor- en najaar jagen grootoorvleermuizen, baardvleermuizen en dwergvleermuizen langs de opgewarmde buitenmuren, tussen eiken en kastanjes, en in dicht op elkaar staande meidoorns en populieren. Insecten zijn er volop dankzij de combinatie van de begroeiing en water. Bij de jacht maken vleermuizen gebruik van sonartechniek. Ze zenden voortdurend geluiden uit. Uit de echo die wordt opgevangen, leiden ze af waar een prooi zich bevindt. Wendbaar als ze zijn, verleggen ze razendsnel hun koers om een prooi te pakken. Vleermuizen eten al gauw driehonderd insecten per nacht.
Watervleermuizen en meervleermuizen maken gebruik van de bomen en de struiken om zich te oriënteren als ze van en naar forten vliegen. In de zomer huizen er grote groepen watervleermuizen in verschillende torenforten (ronde, massieve bouwwerken met twee of drie verdiepingen), met name in afgesloten schoorstenen en kruitdampkanalen. In sommige gevallen tref je hier kraamkolonies aan, waar vrouwtjes hun jong – ze krijgen er doorgaans maar één – groot brengen.
Foto: Christiaan Giese (Zoogdiervereniging)
Meetings in het najaar
In het najaar vindt er een bijzonder vleermuis-fenomeen plaats: zwermen. Van heinde en verre komen tienduizenden vleermuizen uit een groot aantal zomerkolonies naar één plek. Ook op forten, zo is gebleken. Die meetings hebben twee functies. In de eerste plaats om te paren. Omdat de vleermuizen uit tal van zomerkolonies afkomstig zijn, is dit dé manier om inteelt te voorkomen. De tweede functie van zwermen is dat jonge dieren van oude dieren leren waar ze kunnen overwinteren. De meeste vleermuizen komen maar één tot drie nachten naar zo’n ontmoetingsplek.
Vleermuishotel
De place to be voor vleermuizen is Fort Honswijk bij Houten. Je kunt het gerust de hoofdstad van het Nederlandse vleermuizenrijk noemen. Van de 17 soorten die in ons land leven, zitten er 9 in het grootste torenfort in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, gelegen aan de Lek. In delen van het jaar zijn ze er met duizenden tegelijkertijd. Bij de restauratie, inmiddels al voltooid is, werd er alles aan gedaan om de toren als hotspot van vleermuizen te behouden. Elke zondag kan je mee met een rondleiding op Fort Honswijk.
Ook op andere forten spannen eigenaren, zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, zich in om de historische gebouwen geschikt te houden of te maken voor vleermuizen. Zo wordt het klimaat in de ruimtes die vleermuizen gebruiken stabiel gehouden. Ze maken vliegopeningen in deuren en zorgen voor een goed binnenklimaat. Publieksactiviteiten worden op zo’n manier georganiseerd dat de rust voor de vleermuizen niet wordt verstoord. Verder is men terughoudend met kunstlicht, omdat dat de vleermuizen in de problemen brengt. Door dit soort (kleine) maatregelen blijft een fort het ideale leefgebied voor de kwetsbare vleermuis. Het is en blijft namelijk een zeldzame diersoort.
Vleermuissoorten
Dit zijn de 8 vleermuissoorten die het meest op en rond de forten voorkomen.
de gewone dwergvleermuis
is een kleine vleermuis (één van de kleinste in Europa) weegt 3,5 tot 8 gram en heeft naar verhouding vrij lange, smalle vleugels, met een spanwijdte van 18 tot 24 centimeter. Het is de meest voorkomende vleermuis in Nederland: 90 procent van de waargenomen vleermuizen zijn gewone dwergvleermuizen.
de meervleermuis
is een grote vleermuis, weegt 14 tot 20 gram en heeft lange relatief brede vleugels met een spanwijdte van 20 tot 30 centimeter. Hij heeft opvallend grote voeten die hij gebruikt om insecten van het wateroppervlak af te harken. Bij het jagen kan hij snelheden van 35 kilometer per uur behalen; hij is waarschijnlijk onze snelste vleermuis.
de baardvleermuis
is tamelijk zeldzaam, weegt 4 tot 8 gram en heeft een spanwijdte van 19 tot 22,5 centimeter. Hij vliegt bij voorkeur langs lijnvormige structuren (bomenrijen bijvoorbeeld) in het landschap. ’s Zomers woont hij in bomen of op zolders, z’n winterslaap doet hij graag in forten, kelders en de onderaardse groeves van de Sint-Pietersberg.
de watervleermuis
is een forse vleermuis, weegt 14 tot 20 gram en heeft lange, relatief brede vleugels met een spanwijdte van 20 tot 30 centimeter. Hij vliegt laag over het water om te jagen op schietmotten, haften en vliegen. Hij vangt ze in de lucht of schept ze met zijn vrij grote voeten van het wateroppervlak. Hij eet en drinkt vliegend.
de laatvlieger
is een van de grootste vleermuizen van Nederland, weegt 15 tot 35 gram en heeft lange, brede vleugels met een spanwijdte van 32 tot 38 centimeter. Omdat hij ‘s avonds later uitvliegt dan een andere grote vleermuis, de rosse vleermuis, heeft hij de naam laatvlieger gekregen. Hij is een echte gebouwenbewoner.
de gewone grootoorvleermuis
weegt 4,5 tot 12 gram en heeft brede, lange vleugels met een spanwijdte van 24 tot 28,5 centimeter. Zoals z’n naam al aangeeft, heeft hij grote oren. Daarmee kan hij vleugelslagen van insecten horen, waardoor hij minder afhankelijk is van echolocatie. Omdat hij een erg wendbare vlieger is, jaagt hij ook in boomtoppen en in gebouwen.
de rosse vleermuis
is één van de grootste vleermuissoorten van West-Europa, weegt circa dertig gram en heeft een spanwijdte van 32 to 40 centimeter. Hij dankt zijn naam aan zijn roodbruine of rossige vacht. Door zijn lange en smalle vleugels doet zijn vlucht wat denken aan die van de gierzwaluw. Hij is een echte boombewoner.
de ruige dwergvleermuis
is een vrij kleine vleermuis, weegt 6 tot 15,5 gram en heeft een spanwijdte van 23 tot 25 centimeter. Hij kent een sterke seizoenstrek en legt daarbij grote afstanden af. Kraamkolonies zijn alleen in Noord-Holland gevonden. Vanaf augustus/september trekken vooral de dieren uit Midden- en Oost-Europa in zuidwestelijke richting om onder andere in Nederland te overwinteren.
Tekst: Frans Bosscher
Illustratie: Inge van Noortwijk
Fotografie: diversen